Klimaat (+)
Tegen 2050 wil Denemarken klimaatneutraal zijn. Zo eenvoudig is het. Het land stelt zich dit doel, en richt vervolgens haar beleid hierop. Tijdens het bezoek was ik onder de indruk van twee beleidskeuzes.
Ten eerste is er de keuze voor hernieuwbare energie. Denemarken is een pionier op het vlak van offshore windenergie. Een koploper in de Europese Green Deal. Het is momenteel bezig met de bouw van het eerste energie-eiland in de Noordzee. Op termijn moet het 3 miljoen Deense gezinnen voorzien van groene stroom. Het land dringt haar ecologische voetafdruk drastisch terug, beschermt de biodiversiteit en zorgt op die manier tegelijkertijd voor economische meerwaarde.
In Vlaanderen is er nog veel werk aan de winkel, maar de Vlaamse regering heeft de afgelopen jaren systematisch de lat hoger gelegd met steeds meer ambitieuze doelstellingen en maatregelen. Zo zal Vlaanderen in 2029 als eerste regio in Europa alleen nog elektrische wagens inschrijven en op vlak van waterstof zijn we internationaal baanbrekend. We mobiliseren lokale besturen actief bij de klimaatomslag, via het Lokale Energie- en Klimaatplan dat door de Europese Commissie als model voor een regionaal-lokale aanpak naar voor wordt geschoven. Ook onze bedrijven maken een verschil. Vlaamse ondernemingen trekken aan de kusten van China én de Verenigde Staten windmolenparken op. Kijk naar onze eigen offshore activiteiten. We hebben een piepkleine kust. 65 km lang. Maar toch staan we op het vlak van offshore energieproductie wereldwijd op de 5e plaats.
Ten tweede is er de keuze voor de fiets. De stad Kopenhagen, haar inwoners en toeristen, plukken de vruchten van de investeringen in kwalitatieve fietsinfrastructuur die bewondering afdwingt. Wij staan nog niet zover maar de inhaalbeweging is volop ingezet.Deze legislatuur verhoogt de Vlaamse regering de fietsinvesteringen tot meer dan 2 miljard. Nog nooit ging er zoveel geld naar fietsinfrastrucuur. Via het Plan Kopenhagen willen we nog eens 450 miljoen euro extra investeringen stimuleren via de lokale besturen.
Burgemeesters aan de macht (+)
Meer en meer ziet deze Vlaamse regering de lokale besturen als haar eerste partner. Het budget van de lokale besturen werd deze legislatuur verhoogd met 5 miljard. Een serieuze inspanning, maar nog steeds onvergelijkbaar met de sterke positie en de lokale slagkracht van Deense gemeenten. In Vlaanderen beheren lokale besturen 13% van alle overheidsmiddelen. In Denemarken gaat het om meer dan 65%!
De impact daarvan valt niet te onderschatten. In Denemarken zijn de lokale besturen verantwoordelijk voor het gros van de bevoegdheden. Met een beter beleid voor de burger als gevolg. Minder verkokering, meer maatwerk. Dichter bij de burger.Meer efficiëntie en slakracht. Als we in ons land klagen over een kerntakendebat, dan zit het hem daar. Een radicale shift van top-down naar bottom-up.
Zo’n interne staatshervorming is alleen mogelijk wanneer de gemeenten niet té klein zijn. Een Vlaamse centrumstad kan de taken van de VDAB perfect overnemen en béter uitvoeren. Dat ligt anders voor een gemeente van 8.000 inwoners met 1 ambtenaar. In Denemarken gingen ze in 2007 plotsklaps van 270 naar 98 gemeenten. Ook in Vlaanderen moeten we dit durven overwegen.
Integratie & inburgering (-)
Het heeft de afgelopen jaren mythische proporties aangenomen, het “Flinks migratiebeleid van Denemarken”. Het Deense model. Het zal niet verbazen dat ik als Vlaams Minister van Samenleven bijzondergeïnteresseerd was om dit beleid van nabij te gaan bestuderen, inzonderheid wat het luik integratie en inburgering betreft, onze Vlaamse bevoegdheden.
Het flinks beleid bleek zich vooral te focussen op “de voordeur”. Denemarken voert een streng migratiebeleid. Een links, solidair beleid voor de “ingroup” gecombineerd met een streng migratiebeleid voor de “outgroup”.
Alleen kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat het beleid daar stopt. Van de energie die geïnvesteerd wordt om de voordeur te bewaken, blijft niet veel over op het vlak van integratie- en inburgeringsbeleid. Eens je de voordeur voorbij bent, koestert de Deense samenleving weinig verwachtingen meer van jou.
Hier in Vlaanderen pakken we het anders aan. Nieuwkomers moeten een verplicht inburgeringstraject volgen, met verplichte aanwezigheid in de klas en verplichte examens. Niet geslaagd? Dan moet je de cursus opnieuw doen. Nieuwkomers worden binnen de twee maanden toegeleid naar de VDAB én moeten verplicht 40 uur optrekken met een Vlaamse buddy.
We vragen meer inspanningen dan Denemarken, maar bieden zo ook meer kansen. Een inburgeringstraject als springplank. Om zo snel mogelijk zelfredzaam te zijn. Niet enkel een beleid aan de voordeur, maar mensen ook de kans geven om volwaardig deel te worden van onze samenleving.
Sociale mix (-)
Om de sociale mix te bevorderen, kiest Denemarken voor een verregaande vorm van social engineering. Woonwijken die bestaan uit teveel mensen met dezelfde kenmerken, worden bestempeld als een concentratiewijk.
Vervolgens breekt de overheid woningen af, verplicht mensen om te verhuizen, en bouwt nieuwe woningen die ze verhuurt via wooncorporaties. Deze wooncorporaties mogen dan enkel verhuren aan mensen met andere kenmerken. Je kan serieuze vraagtekens plaatsen bij dit verregaande geloof in de maakbaarheid van een samenleving, maar dat is nog niet het grootste probleem. Het probleem is dat het (niet) hebben van migratieroots één van de 5 criteria is dat bepaalt of je een woning mag kopen. Ook al ben je geboren in Denemarken, heb je de Deense nationaliteit, heb je een diploma hoger onderwijs, werk, je blijft een tweederangsburger. Een buitenstaander. Een probleem.
Uiteraard ben ook ik voor het doorbreken van segregatie. Mijn beleid als politicus is erop gestoeld. We zetten in op het belang van gedeelde waarden, in sociale woonwijken zorgen pleinmakers voor verbinding, we investeren in sociale mobiliteit, we respecteren het recht van vereniging maar financieren geen organisaties die segregatie bevorderen, we verlaten de logica van etnisch-cultureel richting inclusief en divers georganiseerd middenveld, we weren buitenlandse invloed in gebedshuizen. We zetten in op sociale mix in scholen, sportclubs en verenigingen, waar we samenleven en werken aan gedeelde waarden.
Denemarken wil segregatie tegengaan, maar met het labellen van mensen houdt ze die net in stand. De Deense manier van werken betekent dat je mensen toegang geeft tot een woning op basis van onveranderlijke kenmerken. Op basis van één bepaald groepskenmerk, ga je al dan niet aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming van welvaartstaat. Bepaalde sociale rechten hangen af van je etniciteit. Het deelt een samenleving op in eerste- en tweederangsburgers én zorgt ervoor dat segregatie blijft voortbestaan. Het hypothekeert kansen op integratie.
Dankzij een streng beleid aan de voordeur komt dit voorlopig nog niet naar boven, maar op termijn is dat sowieso nefast voor het succesvol samenleven in diversiteit.
Denemarken is op tal van zaken een inspiratiebron voor Vlaanderen. Maar het nieuwe Vlaamse inburgeringsbeleid kan een inspiratiebron zijn voor Denemarken.