Het was één van de opvallendste aanbevelingen van de experts van het relancecomité aan de Vlaamse regering: maak van de coronacrisis gebruik om van Vlaanderen een echte fietsregio te maken. Tijdens de crisis herontdekten we namelijk met z’n allen massaal de fiets. In 2021 registreerde VAB een stijging van het fietsgebruik met maar liefst 77%. Een crisis biedt ook kansen en dus besliste de Vlaamse regering om met het Plan Kopenhagen een boost te geven aan de modal shift. 150 miljoen euro cofinanciering werd uitgetrokken om de ambitieuze doelstelling van 1.000 kilometer nieuw fietspad te realiseren. Om dit te realiseren werden de handen in elkaar geslagen met de steden en gemeenten.
Lokale besturen
Elk lokaal bestuur heeft de kans gekregen om fietsinfrastructuurprojecten in te dienen. Daarbij kan het rekenen op een minimale zogenaamde enveloppe aan trekkingsrechten. Binnen deze enveloppe aan trekkingsrechten past Vlaanderen één euro bij voor elke twee euro die wordt geïnvesteerd. Ambitieuze lokale besturen worden daarbovenop beloond met een één-op-één-verhouding zodra ze hun trekkingsrecht overschrijden. Die “Vlaamse euro voor elke lokale euro” wordt gefinancierd met de middelen van lokale besturen die hun trekkingsrecht niet volledig hebben opgenomen. Daarbij geldt het “first come first serve principe”.
Intussen is duidelijk geworden dat Vlaanderen enorm veel van deze ambitieuze besturen telt. De ingediende projecten door de lokale besturen en de provincies zijn goed voor maar liefst 2.017 kilometer aan nieuwe fietspaden en fietssnelwegen. Onze steden en gemeenten overtreffen daarmee alle verwachtingen. Om hieraan deels tegemoet te komen trekt Vlaams minister Somers 7 miljoen euro aan bijkomende middelen uit.
Vlaams Minister Bart Somers: “2.017 kilometer, dat is meer dan twee keer de omtrek van Vlaanderen. Onze lokale besturen bewijzen weer maar eens dat zij zaken in beweging krijgen. Als er morgen meer mensen voor de fiets kiezen in plaats van de auto, is het dankzij hen. Die sprong voorwaarts, dat lokaal voluntarisme, moeten we vanuit Vlaanderen maximaal ondersteunen. Daarom trekken we het budget van het Plan Kopenhagen op tot 157 miljoen euro. Tel je de inspanning van de lokale besturen en ook nog de provincies hierbij bovenop, kom je aan 412 miljoen aan investeringen in fietspaden en fietssnelwegen. Dit zet Vlaanderen op de kaart als fietsregio.”
Provincies
Uit de pot van 157 miljoen euro is ook op vraag van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters 45 miljoen cofinanciering bestemd voor de provincies. Zij leggen hier zelf nog eens eenzelfde bedrag bovenop, wat het totaal aan investeringen op 90 miljoen brengt. Daarmee wordt ingezet op de verdere aanleg en het wegwerken van missing links van fietssnelwegen in Vlaanderen. Fietssnelwegen vormen de ruggengraat van het fietsroutenetwerk: ze verbinden steden en gemeenten en belangrijke attractiepolen en maken het eenvoudiger om vlot langere afstanden af te leggen met de fiets. De fietssnelwegen groeien dan ook jaar na jaar aan populariteit.
Vlaams Minister Lydia Peeters: “De fiets is een volwaardig alternatief voor het autoverkeer. Vanuit die overtuiging investeren we met Vlaanderen massaal in fietssnelwegen, infrastructuur die specifiek voor fietsers is bestemd en ontworpen. Het zijn routes van de hoogste kwaliteit die fietsers snel en veilig op hun bestemming brengen, met een minimum aan onderbrekingen en conflicten. Vaak brengen fietssnelwegen je sneller naar het werk dan de auto. Met de extra middelen uit Plan Kopenhagen versnellen we de realisatie van ons fietssnelwegennetwerk in Vlaanderen. Daarnaast blijven we ook verder investeren in veilige en comfortabele fietsinfrastructuur langs gewestwegen en waterwegen: deze legislatuur minstens 300 miljoen euro per jaar. Met al deze inspanningen willen we nog meer Vlamingen op de fiets krijgen, want fietsen is niet alleen financieel voordelig, het is ook een snelle en flexibele manier van verplaatsen.”