Nieuws

Zoeken op categorie

De Iraanse opstand en onze vrijheid

2022/10/13 |

Opinie

13 oktober 2022 - Masha Jina Amini werd op 16 september gearresteerd door de Iraanse zedenpolitie. De reden: ze droeg haar hoofddoek niet correct, een deel van het haar was zichtbaar. Drie dagen later was ze dood. Jina is het Koerdische woord voor leven. En zo blijkt. "Jina, liefste! Je zal niet sterven. Jouw naam zal veranderen in een symbool.”

Terug

Deze leuze staat te lezen op haar grafsteen en wordt al wekenlang gescandeerd tijdens de protesten die uitbraken na haar tragische overlijden. Protesten die het regime tevergeefs genadeloos probeert neer te slaan en aan meer dan honderd mensen het leven hebben gekost. Protesten die al wekenlang aanhouden dankzij moedige vrouwen. Met gevaar voor eigen leven aanvaarden ze niet langer dat mannen hen zeggen welke kleding ze mogen en moeten dragen. Vele even moedige Iraanse mannen vechten schouder aan schouder mee. Samen willen ze een einde maken aan het ondemocratische en corrupt regime. Aan de theocratische dictatuur van de ayatollahs.

Hun strijd is heroïsch en het belang ervan kan moeilijk worden overschat. Op 1 februari 1979 keerde ayatollah Ruhollah Khomeini na 15 jaar ballingschap terug naar Iran. Enkele dagen later stortte het corrupte regime van de Sjah in. Enkele weken later werd de Islamitische Republiek uitgeroepen. Een sleutelmoment in het oprukken van het islamisme. Islamistische regimes bestonden al, zoals in het soennistische Saoudi-Arabië, maar dat regime propageerde haar extremistisch Wahabisme slinkser. Onder de waterlijn. De ayatollahs daarentegen kozen voor de confrontatie: agressief, proselitisch en messianistisch. De schokgolven die ze door de wereld jaagden waren vergelijkbaar met wat de Franse of de Bolsjevistische revolutie teweegbracht. Het werd het startsein van decennialange radicalisering en confrontatie die tot op vandaag doorwerkt. De islam werd door islamisten gebruikt en misbruikt als politiek wapen waarmee vrouwen werden onderdrukt, ongelovigen tot rechteloze vijanden werden verklaard, democratie werd vernietigd, mensenrechten vertrappelt. In de handen van die islamisten werd geloof fanatisme, de koran een haatpamflet en een oorlogsverklaring. Ze transformeren en perverteerden een geloofsleer tot een extremistisch politiek project. Zoals alle totalitaire ideologieën voeden Islamisten zich met frustraties. Ze zaaien angst en haat. Ze houden van simplistische tegenstellingen, van vijandsbeelden. Ze zijn compromisloos. Mensenlevens betekenen niets voor hen. Humanisme is zwakheid in hun ogen, tolerantie verraad. Ze dromen van de eindstrijd, de ultieme revanche op al het vermeende kwaad en alle vernederingen dat hen werden aangedaan.

Hoe solidair we ook zijn: uiteindelijk kan niemand die strijd in hun plaats voeren. Het is immers niet alleen een heroïsch gevecht op straat, maar ook een intellectuele strijd. Voor de macht, maar ook voor het morele gelijk. Voor de hoofden en harten van mensen. Het is hun strijd voor de ziel van Iran. Tegen het islamisme, die hun religie perverteert tot een totalitaire ideologie. Als ze succesvol zijn, schrijven ze geschiedenis. Want als de Iraanse theocratie valt, valt het historische paradepaard van het Islamisme. Niet van buitenaf, niet met wapens van het Westen, maar van binnenuit. Door de verrotting, de corruptie en de leugens, de uitzichtloosheid, de verschraling van een eeuwenoude rijke cultuur. Door het perverteren van al wat mooi kan zijn aan religie. Elke vergelijking loopt mank, maar het afgooien van de verplichte chador in Iran zou voor het islamisme wel eens vergelijkbaar kunnen zijn met wat het neerhalen van de Berlijnse muur betekende voor het communistische Oostblok.

Die vrijheidsstrijd verdient ons diepste respect, onze steun en onze solidariteit. Spijtig genoeg gebruiken sommigen dit conflict graag voor eigen gewin. Als brandstof voor hun polarisatie tegen Vlaamse moslims. Maar bij nader inzicht liggen de verhoudingen toch net iets anders dan sommige populisten ons graag laten geloven:

  1. De opstand in Iran is er een tegen ayatollahs, tegen corruptie en dictatuur. De betogers verwerpen het islamisme en ook al hebben sommigen onder hen de buik vol van religie na decennia theocratie, toch keren ze zich niet tegen de islam. Velen vinden net dat het Iraanse regime hun godsdienst misbruikt en verkracht om hun gewelddadige en corrupte theocratie te legitimeren. Het verschil met de Arabische lente is opvallend. Tijdens de opstand tegen corrupte Noord-Afrikaanse regimes, vaak direct of indirect gesteund door het Westen, kon het islamisme zich nog als alternatief opwerpen voor het westers democratisch model. Maar in Iran is het islamisme al dertig jaar zelf aan de macht en heeft ze haar onvermijdelijke failliet heeft bewezen. Het is elke aantrekkingskracht verloren en wordt bestreden door de betogers. Waar populisten islam en islamisme als synoniemen hanteren, ontstaat de opstand in Iran net in de ruimte tussen beiden. In een vrije samenleving - die de vrijheid van godsdienst als grondrecht erkent - is het daarom belangrijk om het onderscheid tussen islam als religie en islamisme als ideologie steeds helder te maken.
     
  2. Het symbool van het Iraanse verzet is het afgooien van de verplichte hoofddoek. Terwijl de islamisten de chador als de vlag van hun revolutie beschouwen staat het verplicht dragen ervan voor Iraanse vrouwen gelijk met onderdrukking. Ze verwerpen een regime dat met religieuze politie vrouwen van hun vrijheid berooft. Sommigen projecteren die Iraanse vrijheidsstrijd op de situatie bij ons. Vrouwen die hier een hoofddoek dragen laten de moedige Iraanse vrouwen in de steek, is hun discours. Die collaboreren met het Iraanse regime. Voor hen is de strijd voor vrijheid in Iran een strijd tegen de hoofddoek in België. Hoe een vrouw zich mag kleden is voor hen geen persoonlijke keuze, maar altijd een politiek statement. De vrouw in kwestie heeft niet het recht, de vrijheid om zelf de betekenis van haar kleding te bepalen. Bewust of onbewust gedragen deze mensen zich als de seculiere kledingpolitie in Vlaanderen. Waarbij vrouwen opnieuw geinstrumentaliseerd worden, gezegd worden wat mag of niet mag, hoe ze zich wel of niet mogen kleden. Bovendien zijn ze blind voor de duizenden Iraanse vrouwen die met hoofddoek mee betogen. Uiteraard moeten we op onze hoede zijn voor islamisten in onze samenleving. Ook hier worden vrouwen soms verplicht om een hoofddoek te dragen. Dat mogen we nooit laten gebeuren. De vrijheid is immers ons hoogste goed. Maar daarin moeten we consequent zijn. Voor niet gelovigen is een hoofddoek een moeilijk te plaatsen gebruik. Voor sommigen is zelfs geloven op zich moeilijk te vatten. Maar in een vrije samenleving is het nu eenmaal onvermijdelijk dat mensen zaken doen, gebruiken koesteren of opvattingen aanhangen we niet begrijpen, delen of steunen.  Wie overtuigd is dat alleen wie leeft en handelt als zijzelf echt vrij is, tekent niet voor een vrije maar voor een onverdraagzame samenleving. Lang niet elke vrouw met een hoofddoek wordt onderdrukt.
     
  3. De vrouwen in Iran strijden voor vrijheid en gelijkheid tussen man en vrouw. Ze voeren die strijd op basis van de Universele Mensenrechten. Daar ligt hun hoop, de legitimatie van hun strijd. Bij de overtuiging dat elk individu op deze aardbol onvervreemdbare rechten heeft, ongeacht de cultuur en tradities waarin men opgroeit. Ongeacht de religieuze opvattingen of de wetten die men stemt. Mensenrechten waarop elke mens zich kan beroepen, zelfs als de meerderheid in haar land er anders  over denkt. De Iraanse vrijheidsstrijders staan bijgevolg lijnrecht tegenover gemeenschapsdenkers die de opvatting verdedigen dat mensenrechten altijd relatief zijn, afhankelijk van de gemeenschap waartoe je behoort. Mensen als Mark Elchardus bijvoorbeeld, of partijen als het Vlaams Belang of PVDA, verwerpen het idee van universele mensenrechten. Voor hen bakent de natie de mensenrechten af. De cultuur, het volk, de klasse bepaalt er de inhoud van. Daarboven staat niets. Voor hen heeft de Europese Unie zich niet te moeien met de holebivrije zones in Polen. Of met de onderdrukking van Oeigoeren in China. Nationale soevereiniteit primeert. Internationale mensenrechtenverdragen moeten worden ontmanteld in naam van het primaat van de cultuur of het volk. Volgens deze logica zouden zij de Iraanse vrouwen op het matje moeten roepen. Ze gaan in tegen de tradities, wetten en religieuze voorschriften van hun samenleving. Betogende Iraanse vrouwen die verandering willen in hun tradities en gebruiken zijn - hun woorden parafraserend - “slechte Iranezen”. “Volksverraders”. Zoals er blijkbaar volgens hen ook “slechte Vlamingen” zijn. Wie universele mensenrechten verwerpt of relativeert moet consequent zijn en in dit conflict de kant kiezen van de ayatollahs. Maar gelukkig zijn mensenrechten universeel. En staan ze boven religieuze regels en tradities. De strijd van de Iraanse vrouwen is in wezen een echte vrijheidsstrijd, ingebed in het internationale recht. Wie haar steunt, is maar consequent als hij/zij respect opbrengt voor de vrijheid van alle vrouwen om zelf hun keuzes te maken.

 

Vlaams minister van Samenleven,

Bart Somers

Bart Somers
Grote Markt 21
2800 Mechelen

Telefoon
015 29 78 15
Word lid van Open Vld
Laat je gegevens achter en krijg jouw lidkaart opgestuurd voor slechts 12,5 euro per jaar.