Minister-president Jan Jambon: ‘Ik ben enorm blij dat we dit zorgakkoord, nog in volle coronacrisis, hebben kunnen bereiken. Het betekent dat de Vlaamse social profit-sectoren een enorme stap zetten, zowel op vlak van loonvoorwaarden, zorgcapaciteit en kwaliteit. Hulde aan al wie in deze moeilijke tijden elke dag het beste van zichzelf geeft.’
In totaal gaat het om 412 miljoen euro aan koopkrachtverhogingen
In de eerste plaats wordt de uitrol van een gemeenschappelijke functieclassificatie en loonhuis (IF.IC) voorzien op 1 april, retroactief toegepast op 1 juli, en dit voor om en bij de 105.000 werknemers in de private zorg- en welzijnssector. In de publieke sector streven we naar de invoering van IF.IC of een opstap ernaartoe op 1 oktober. Daarnaast werden er eenmalige koopkrachtmaatregelen ingevoerd, zoals een consumptiecheque van 300 euro voor de private sector of een eindejaarstoelage en/of consumptiecheque voor de publieke sector.
Deze loonsverhoging maakt de Vlaamse zorg- en welzijnssectoren een pak aantrekkelijker op onze arbeidsmarkt.
Meer man- en vrouwkracht: 165 miljoen euro
Dit sociaal akkoord betekent een turbo-injectie voor de tewerkstelling in de Vlaamse zorg- en welzijnssectoren. Van de 14.000 VTE’s die er deze legislatuur zouden bijkomen, komen er maar liefst minstens 3.700 uit dit sociaal akkoord. De meeste jobs worden gecreëerd in de private sector, zijnde 2.862 VTE’s.
Als we kijken naar de sectoren waar de meeste jobs in de private sector gecreëerd worden, zijn dat de ouderenzorg (1.584 VTE’s), kinderopvang (428,6 VTE’s), gehandicaptenzorg, jongerenwelzijn en welzijnswerk (427,3 VTE’s) en gezinszorg- en aanvullende thuiszorg (323,13 VTE’s).
In de publieke sector worden 854 jobs gecreëerd. Het gaat hier voornamelijk om jobs in de ouderenzorg 680 VTE’s), kinderopvang (123 VTE’s) en thuiszorg (51 VTE’s).
Deze jobs komen bovenop de openstaande vacatures in de zorgsector. Zo stonden er eind februari 1.893 jobs vacant.
Zorgsector zkt. volk
Als we al deze plaatsen willen invullen, zal samenwerking tussen de zorg- en welzijnssector enerzijds en onderwijs, werk en sociale economie anderzijds van cruciaal belang zijn. De Vlaamse Regering lanceert dan ook samen met de sociale partners het Actieplan (zij-)instroom 2021-2024 om de vele aanwervingen te realiseren.
Het gaat dan onder andere over het vergroten van de zichtbaarheid van zorg- en welzijnsopleidingen in het onderwijs, het verhogen van het aantal opleidingstrajecten om zorg- en welzijnsopleidingen en werk te combineren, een versterkte rol van de VDAB in functie van meer jobs in de zorg en een grotere focus op retentie, wat betekent dat je niet alleen inzet op het aantrekken van nieuw personeel, maar ook op het behoud van het huidige personeel door werk te maken van werkbare loopbanen. Denk maar aan telewerk, vorming, opleidingen, flexibelere verlofperiodes,…
Minister van Werk en Economie Hilde Crevits: ‘De komende jaren hebben we jaarlijkse 46.000 nieuwe medewerkers nodig in de zorgsector, waarvan ongeveer 9.000 vervangingen als het gevolg van pensioneringen. Instroom vanuit onderwijs blijft cruciaal. Om die extra handen aan het bed te krijgen, hebben we daarnaast de ambitie om de komende jaren elk jaar 10.000 werkzoekenden, mensen die niet actief zijn op de arbeidsmarkt of mensen die ontslagen worden, naar een job in de zorg op te leiden. Dat doen we door te investeren, maar vooral door begeleiding, opleiding en werk-naar-werk trajecten. We ondersteunen bijvoorbeeld de ontwikkeling van een digitaal intake-platform. Een platform waar je in één oogopslag een volledig zicht krijgt van jouw competenties en diploma’s en welke opleidingen nodig zijn om in de zorg aan de slag te gaan. We willen ook voor specifieke knelpuntberoepen in de zorgsector via zij-instroom hoogopgeleiden aantrekken.’
Minister van Binnenlands Bestuur en Bestuurszaken Bart Somers: ‘Het personeel in de zorgsector houdt ons land recht tijdens deze crisis. Al meer dan een jaar leveren ze ongelofelijke inspanningen en ook in normalere tijden zorgen ze voor onze meest kwetsbare medeburgers. Dit akkoord zorgt voor extra koopkracht en een betere zorgverlening met meer handen aan het bed. Het akkoord versterkt ook de autonomie van lokale besturen op vlak van personeelsbeleid en geeft hen de ruimte om meer te investeren in deze belangrijke sector.’
Minister van Onderwijs Ben Weyts: ‘Voor verschillende jobs in de zorg zijn verschillende competenties nodig. Daarom zetten we in op een sterk én gevarieerd aanbod van zorgopleidingen. Zo willen we meer verschillende profielen aantrekken en zorgen voor meer handen aan het bed. We hebben trouwens ook in de scholen voldoende zorgprofessionals nodig, denk bijvoorbeeld aan kinderverzorgers.’