Uit verschillende rapporten, cijfers en gebeurtenissen blijkt dat de strijd tegen gewelddadig extremisme brandend actueel blijft. Uit een bevraging van de VVSG blijkt dat 59% van de Vlaamse gemeenten signalen opvangen van radicalisering. Twee jaar geleden lag dat percentage nog 11% lager. In 2018 gaf één op de vijf Vlaamse gemeenten aan geconfronteerd te worden met extreemrechtse signalen, vandaag is dat al één op drie. Uit cijfers van OCAD blijkt dat 60% van de haatpredikers omschreven kan worden als islamistisch- extremistisch, 30% rechts-extremistisch en 10% links-extremistisch.
Het nieuwe Vlaamse actieplan focust daarom op alle vormen van gewelddadige radicalisering. Lokale besturen worden de regisseur van het actieplan.
Vlaams minister van Samenleven Bart Somers: “De federale regering is verantwoordelijk voor het strafrechtelijke deel, maar Vlaanderen is bevoegd voor het preventieve luik van gewelddadige radicalisering. We moeten voorkomen dat mensen zich laten meeslepen in de valkuil van het extremisme en het aanvaardbaar beginnen vinden om geweld te gebruiken voor bepaalde doeleinden. De lokale besturen zijn daarbij een cruciale partner omdat ze signalen sneller oppikken en korter op de bal kunnen spelen.”
Minister Somers maakte een jaarlijks bedrag van 1,5 miljoen euro vrij om lokale besturen daarbij te ondersteunen. De eerste 14 projecten gaan vanaf deze week van start. Omdat sommige steden en gemeenten een gezamenlijke aanvraag indienden, gaat het in totaal om 33 lokale besturen. Ze kunnen rekenen op maximaal 60.000 euro per project, maar leggen er zelf nog eens minstens 20% bovenop.
Bart Somers: “Met deze projecten pakken we alle vormen van extremisme aan, van religieus geïnspireerde radicalisering tot het oprukkende rechts-extremisme. Vlaamse steden en gemeenten kunnen met dat geld onder meer een deradicaliseringsambtenaar aanstellen, structurele netwerkmomenten met de politie uitbouwen of meer expertise binnenbrengen. Ze kunnen ook de werking van de Lokale Integrale Veiligheidscellen versterken, waar ze socio-preventieve partners met politie samenbrengen rond één bepaalde casus. Dankzij de invoering van het gedeeld beroepsgeheim zullen deze LIVC’s onze jongeren die dreigen te radicaliseren nog beter kunnen beschermen.”