Maar één ding moeten we durven toegeven: we hebben nog nooit zo dicht bij elkaar gestaan. Figuurlijk gesproken weliswaar, want social distancing, weet je wel.
Nooit eerder in de recente geschiedenis van ons land stond iedereen zo duidelijk aan dezelfde kant van de strijd. Nooit eerder werden mensen zo aanzien als medeburgers ongeacht hun afkomst. Iedereen samen tegen het coronavirus.
Al is het gevaar van vervallen in verwijten nooit veraf.
Toen bleek dat er in een ziekenhuis in Genk een aanzienlijk aantal van de coronapatiënten van Turkse origine was, wees ik als minister van Samenleven op het feit dat we de voorzorgsmaatregelen hebben vertaald in meerdere talen zodat iedereen zichzelf en zijn omgeving kan beschermen. Quasi onmiddellijk volgden de reacties van mensen die de Turkse gemeenschap een gebrek aan burgerzin verweten. Wat een onzin! Wees maar eens een Vlaamse verpleegster of arts met Turkse roots, die elke dag het beste van zichzelf geeft in onze verzorgingsinstellingen. Of gewoon een gezin dat zich mooi aan alle regels houdt. Even onzinnig om mensen die op skivakantie gingen iets te verwijten.
De enige mensen die ik tot nu toe een gebrek aan burgerzin kan verwijten, is de groep mensen die op vrijdag 13 maart lockdownparties organiseerde.
We moeten hier samen door. En als we deze Coronacrisis willen overwinnen, hebben we elkaar nodig. Onze ketting die het hek voor dat vieze virus gesloten houdt is maar zo sterk als de zwakste schakel. Corona kent geen kleur, geen afkomst, geen overtuiging. Ze bedreigt ons allen. Evenveel. En we winnen maar, door onze rangen gesloten te houden. Wie nu verdeelt, verzwakt ons. Wie de rangen gesloten houdt, werkt mee aan onze overwinning.
Sommigen zeggen dat een crisis het beest in de mens bovenhaalt. Ik geloof het omgekeerde. Het haalt het beste boven. Dat zie je elke dag. Bij het overgrote deel van de mensen. We beseffen dat ons leed dat van een ander is. Onze angst een gedeelde angst. Onze beperkingen, kleine en grote irritaties, onze onbeantwoorde vragen dat we daar met zijn allen mee rondlopen. Het verbindt ons. Doet oude wrevels vergeten.
Niemand klaagt nog over affiches in vreemde talen. Elke burger beseft hoe belangrijk het is om iedereen mee te krijgen.
Niemand spreekt nog over onze mensen. Iedereen benadrukt het belang van eendracht en samenhorigheid.
Niemand spreekt nog over de moslim of de jood. Iedereen is de geloofsgemeenschappen dankbaar dat ze de verschillende gebedshuizen sluiten om de verspreiding van het virus tegen te gaan.
Plots bestaat ons land niet meer uit gemeenschappen, maar uit medeburgers. NIet wij en zij, maar ons.
Plots kijken we verder dan onze huidskleur.
Plots zien we hoe irrationeel mensen kunnen handelen als ze bang zijn.
Plots staan er overal vrijwilligers en helden op. Groot en klein.
Plots beseffen we hoe relatief het allemaal is.
Plots voelen we ons verbonden.
Plots zijn we allemaal mensen. Medemensen.
Laat ons dat gevoel omarmen en onthouden. Ook nádat we deze crisis overwonnen hebben.