Vroeger konden de Vlaamse overheid en de lokale besturen geen beroep doen op uitzendarbeid, maar dit veranderde op 26 mei 2018 toen een nieuw decreet werd gestemd. Sindsdien is het mogelijk om uitzendkrachten in te zetten als tijdelijke vervanging of als er een tijdelijke vermeerdering is van werk. Ook in het kader van tewerkstellingstrajecten is het mogelijk om uitzendkrachten in te zetten. “Het is belangrijk dat we zoveel mogelijk mensen naar werk begeleiden en flexibele werkvormen ondersteunen”, gaat minister Somers verder.
Het was Tom Ongena, parlementslid voor Open Vld, die naar aanleiding van de toelichting van de beleidsnota’s in de commissie Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering vroeg of er gebruikt werd gemaakt van het decreet en wanneer dit geëvalueerd werd.
In februari volgt een eerste evaluatievergadering, maar het Agentschap Overheidspersoneel stemt nu al maandelijks af met de uitzendkantoren. Ongena is tevreden met het antwoord van de minister. “Het is goed dat ook de overheid gebruik kan maken van uitzendkrachten. Zowel voor de betrokkenen, die zo meer kansen krijgen op werk, als voor de werking van de overheid zelf. Met 245 uitzendkrachten in de eerste negen maanden wordt aangetoond dat er wel degelijk nood was bij de overheid. De tewerkstellingscijfers van de lokale besturen zijn hier zelfs nog niet bijgeteld”, aldus Ongena.
Vandaag verscheen er een studie die stelt dat 91% van de nieuwe werknemers in de openbare diensten al ervaring had in de sector. Mensen die werken en ervaring opdoen hebben meer kans om door te groeien en een andere job te vinden. “De uitzendsector telt veel mensen met een migratieachtergrond en kortgeschoolden. Deze groep willen we beter begeleiden naar werk zodat ze meer kansen hebben in onze samenleving”, sluit minister Bart Somers af.