OESO
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een internationaal samenwerkingsverband van dertig landen om welzijn en gelijkheid te versterken. Aan de hand van rapportering tracht de internationale organisatie sociaal en economisch beleid te versterken. In opdracht van de Vlaamse overheid voerde de OESO van 2021 tot 2023 een studie uit naar het Vlaams integratiebeleid. Deze studie past in een reeks van landenstudies, waar onder meer ook Zweden, Noorwegen en Finland reeds aan bod kwamen. Op vraag van Vlaams minister Somers, werd Vlaanderen als eerste regio bestudeerd. De studie maakt een grondige analyse van het Vlaamse Integratiebeleid en vergelijkt dit met het beleid van de andere OESO lidstaten. Zowel het inburgeringsbeleid, als integratie op verschillende levensdomeinen werd geanalyseerd. De OESO verzamelde en analyseerde hiervoor een veelheid van nationale en internationaal beschikbare databanken, deed interviews met beleids- en andere actoren en voerde veldonderzoek uit in een aantal Vlaamse steden en gemeenten. Integratie is het samenleven in diversiteit tussen verschillende bevolkingsgroepen. Eén onderdeel hiervan is inburgering, wat verwijst naar het klaarmaken van nieuwkomers om volwaardig deel te nemen aan onze samenleving
Vandaag stelde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling het rapport van de studie voor. Het rapport stelt dat het Vlaamse inburgeringsbeleid tot de beste van alle OESO-landen behoort.
Meest uitgewerkte inburgeringsbeleid
In het onderzoeksrapport naar de integratie van nieuwkomers in Vlaanderen, stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling dat het Vlaams inburgeringsbeleid tot de meest uitgewerkte van de hele OESO behoort. In maart 2022, voerde Vlaams minister Bart Somers een grondige hervorming van het inburgeringstraject door. Het traject bestaat sindsdien uit vier pijlers.
1) Nieuwkomers moeten een cursus maatschappelijke oriëntatie volgen gekoppeld aan een gestandaardiseerd examen. Hier wordt praktische kennis gedoceerd over onze maatschappij, maar moeten nieuwkomers ook vragen beantwoorden over onze waarden en normen. 2) Nieuwkomers worden toegeleid naar Nederlandse les. 3) Er is een verplichte toeleiding naar werk. Binnen de 2 maanden moeten nieuwkomers ingeschreven zijn bij VDAB. 4) Er is een verplicht netwerk- en participatietraject waardoor iedere nieuwkomer voor 40 uur vrijwilligerswerk doet of optrekt met een buddy.
Vlaams minister van Samenleven Bart Somers: “Vorig jaar heb ik het inburgeringstraject uitgebreid van twee naar vier pijlers. We vragen meer inspanningen van nieuwkomers maar bieden hen ook meer kansen. Uit de studie blijkt nu dat Vlaanderen een goed uitgewerkt inburgeringstraject heeft waarmee we aan de top staan van de verschillende OESO-landen. Dat is leuk om te horen maar ook bij ons ligt er nog werk op de plank.”
Uniek traject
Het verplichte netwerk en participatietraject in het Vlaamse inburgeringstraject is uniek volgens de studie. Nergens anders in de OESO vormt het opbouwen van een sociaal of professioneel netwerk een verplicht onderdeel uit van het inburgeringstraject. Aan de hand van een buddy, stage of vrijwilligerswerk bouwen inburgeraars een sociaal netwerk op. Dit is cruciaal voor integratie in onze maatschappij. Volgens het onderzoeksrapport biedt deze vierde pijler een oplossing voor een veelvoorkomende uitdaging in integratiebeleid, namelijk het in contact komen van nieuwkomers en lokale bevolking.
Vlaams minister van Samenleven, Bart Somers: “Een netwerk uitbouwen in onze maatschappij, in contact komen met Vlamingen, kansen krijgen om Nederlands te spreken, … dat is dé echte toegangspoort tot onze maatschappij. Dankzij ons netwerk- en participatietraject kunnen inburgeraars hun cursussen maatschappelijke oriëntatie en Nederlandse lessen in praktijk omzetten aan de hand van vrijwilligerswerk, stages of optrekken met een buddy. Het creëren van een netwerk zorgt ook dat nieuwkomers sneller aan de slag kunnen in Vlaanderen.”
Toekomstige uitdagingen aangaan
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling analyseerde in het onderzoeksrapport een brede waaier aan beleid. Niet enkel het inburgeringsbeleid voor nieuwkomers wordt grondig doorgelicht, maar ook de domeinen wonen, werk, onderwijs, welzijn werden onder de loep genomen. Het rapport toont goed aan dat al deze domeinen impact hebben op de integratie van personen van buitenlandse herkomst.
Het onderzoeksrapport stelt vast dat het Vlaamse inburgeringsbeleid een voorloper is in vergelijking met de andere OESO-landen. Maar de studie legt ook kritische inzichten bloot over andere beleidsdomeinen die integratie van nieuwkomers beïnvloeden. Zo is in Vlaanderen de kloof van werkzaamheidsgraad van kinderen van migranten tegenover jongeren van Belgische herkomst zeer groot in internationaal perspectief. Ook blijven laaggeschoolde nieuwkomers vaak achter op de arbeidsmarkt.
Vlaams minister van Samenleven, Bart Somers: “De OESO kan de hervormingen in het inburgeringsbeleid smaken. Toch ben ik persoonlijk overtuigd dat er ook voor ons nog werkpunten zijn, dat beaamd de OESO. Er ligt nog werk op de plank. Deze legislatuur hebben we voor het eerst de stap gezet richting het activeren van inburgeraars. Hiervoor gebeurde dat veel te weinig. Vandaag schrijft 83% van de nieuwkomers zich in bij VDAB, voor ik minister werd was dit slechts 17%. Toch zijn we er nog niet. Het is mijn overtuiging dat er nog een aantal hervormingen nodig zijn.”
De studie onderzocht het Vlaams inburgeringsbeleid tot maart 2023. Veel van de uitdagingen die het aankaart, worden reeds aangepakt door recent beleid. Zo werden de afgelopen maanden de wachtlijsten van de cursus maatschappelijke oriëntatie weggewerkt, en werden de lessen gedigitaliseerd. Zo kunnen inburgeraars het inburgeringstraject beter combineren met een job. Tenslotte, zet Plan Samenleven sterk in op de aangekaarte uitdagingen. De verschillende acties bieden nieuwkomers oefenkansen Nederlands, werken discriminatie op de arbeids-en huurmarkt weg, en begeleiden nieuwkomers naar hogere studies, arbeidsmarkt en ondernemerschap.